Bij de Romeinen was het de gewoonte om na de maaltijd een bezoek te brengen aan de openbare toiletten. Deze wc’s waren ontmoetingsplekken, waar de mensen bleven hangen om te babbelen met vrienden en buren.
In de actuele context en de enorme uitdagingen waarmee men wereldwijd geconfronteerd wordt is het, meer dan ooit, van belang om na te denken over de toekomst.
De huidige afvalproblematiek, veroorzaakt door de mens, is één van de vraagstukken om bij stil te staan. Om deze op te kunnen lossen zullen we vraagtekens moeten zetten bij onze manier van consumeren en produceren, maar ook bij onze algemene levensstijl.
Het is onmogelijk om de huidige tendens van afvalproductie voort te zetten. Dit kan alleen maar leiden tot een catastrofe. Volgens voorspellingen zal de hoeveelheid afval toenemen met 70% tot maar liefst 3.4 miljard ton in 2050!
Hoewel er al pogingen worden gedaan om de hoeveelheid afval te verminderen en meer afval te verwerken, blijft de situatie kritiek. De hoeveelheid afval zal met name toenemen in de regio’s die niet de middelen hebben om het afval te verwerken.
Deze tentoonstelling is de online versie van de tentoonstelling “Afval, stop de invasie?” die te zien is bij Géopolis in mei en juni 2020.
Ze geeft een inzicht in de huidige stand van zaken en laat via concrete voorbeelden zien hoe we onze koers kunnen wijzigen.
Afval een korte geschiedenis
De geschiedenis van afval gaat terug tot het ontstaan van de mensheid. Al in de prehistorie gooiden mensen afval weg, ook al waren dat toen vooral voedselresten die in de natuur op organische wijze werden afgebroken. Het afval van die tijd werd gemakkelijk verwerkt, omdat het grotendeels organisch was en de mens een nomadisch bestaan leidde, waardoor de natuur de tijd kreeg om het te laten verdwijnen. Het probleem werd pas nijpend toen de mens zich op één plek begon te vestigen en een sedentair leven begon te leiden.
Afval in de oudheid
Al in de oudheid kon het inwonersaantal van sommige steden, zoals Rome en Athene, behoorlijk oplopen. In de eerste eeuwen van onze jaartelling telde Rome ongeveer één miljoen inwoners. Steden beheerden hun afval door specifieke gebieden toe te wijzen voor opslag, meestal buiten de stad. In de buurt van Athene zijn sporen van antieke vuilnisbelten teruggevonden. Rome beheerde haar afval ook door de installatie van openbare toiletten en beerputten buiten de stad waar de inwoners hun afval en lijken deponeerden.
Verder weg, in het China van de eerste eeuw, nodigde de minister van Landbouw van de Han-dynastie de onderdanen van de keizer uit om oude linnen lappen te koken om papier van te maken. Deze methode werd overgenomen door de Arabieren, die de methode in de 8e eeuw naar Europa brachten. Zo ontstond het beroep van de ‘voddenrapers’. Maar lang niet alle steden in de oudheid waren al zo ver gevorderd met hun afvalbeheer. Zo was het oude Parijs, de stad van het Gallische volk de Parisii, zo vies tijdens de verovering door Caesar dat de Romeinen het de naam Lutetia gaven, wat in het Latijn modder (lutum) betekent.
Gezellige toiletten
Onder druk van met name de herhaaldelijke aanvallen van barbaarse volken stortte het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw in en trokken de inwoners van de grote steden van het Rijk geleidelijk aan weg uit de stad. Een groot deel van de bevolking vestigde zich op het platteland, waar het afval meestal rechtstreeks in de rivieren werd gedumpt.
Na een lange periode van economische achteruitgang, begonnen de West-Europese steden rond het jaar 1000 weer op te bloeien. De gebruiken uit de oudheid waren toen grotendeels vergeten en de gewoonte alles op straat te gooien was de norm geworden: stedelingen gooiden bijna alles uit het raam, zelfs de inhoud van hun po’s. Deze gewoonte droeg bij aan de vorming van een permanente laag modder op de straten van de steden. De vergeefse initiatieven van de overheid om de stinkende modder op te ruimen door de straten te plaveien of boetes op te leggen voor zwerfvuil, hadden weinig effect.
Watervervuiling en het risico op pandemieën
De inwoners gooiden het grootste deel van hun afval in de rivieren, waardoor het water vaak besmet raakte en een bron van ziektes vormde. Deze onhygiënische praktijk droeg bij aan de verspreiding van epidemieën zoals de pest, die tussen 1347 en 1352 het leven eiste van ongeveer 25 miljoen Europeanen, zo’n 30-50% van de totale bevolking.
De middeleeuwen waren echter niet alleen maar donker en vies. In deze periode werden er ook enkele innovatieve praktijken ingevoerd. In Engeland bijvoorbeeld, begonnen de eerste professionele afvalophalers met het systematisch verzamelen en recyclen van stof en as afkomstig uit schoorstenen. Deze verkochten ze aan baksteenfabrikanten, die het als een bijzonder lucratieve grondstof zagen. De Japanners, die al enkele eeuwen papier recycleden, perfectioneerden in de middeleeuwen hun technieken.
Quiz
-
Tijdens de middeleeuwen dumpte de bevolking een groot deel van het afval gewoonweg in de rivieren, waardoor het water vaak besmet raakte en een bron van ziektes vormde. Deze praktijk droeg ook bij aan de verspreiding van de pest. Ook vandaag de dag is het belangrijk om vervuiling van het water tegen te gaan.
-
Tijdens de middeleeuwen dumpte de bevolking een groot deel van het afval gewoonweg in de rivieren, waardoor het water vaak besmet raakte en een bron van ziektes vormde. Deze praktijk droeg ook bij aan de verspreiding van de pest. Ook vandaag de dag is het belangrijk om vervuiling van het water tegen te gaan.
-
Tijdens de middeleeuwen dumpte de bevolking een groot deel van het afval gewoonweg in de rivieren, waardoor het water vaak besmet raakte en een bron van ziektes vormde. Deze praktijk droeg ook bij aan de verspreiding van de pest. Ook vandaag de dag is het belangrijk om vervuiling van het water tegen te gaan.
-
Nee, het is tijdens de middeleeuwen in Engeland.
-
Dit antwoord is just!
-
Nee, het is tijdens de middeleeuwen in Engeland.
Dieren in de stad
In de middeleeuwen werden de steden bevolkt door allerlei soorten dieren: geiten en schapen, maar ook zwerfdieren en pluimvee. Varkens, die ook in groten getale aanwezig waren, namen de rol van vuilnisman op zich door een deel van het afval in de stad op te eten. Parijs voerde pas in 1531 een verbod op vee in de stad in.
Vanaf het einde van de 16e eeuw tot het begin van de 19e eeuw werden Europese steden veel schoner dankzij een algemene reorganisatie van de stedelijke ruimte. Zo moesten winkeliers in Frankrijk (slagerij, looierij, chirurgie, enz.) hun afval in goed gesloten vaten afvoeren naar depots die speciaal voor afvalopslag dienden. Het werd verboden afval in rivieren of riolen te lozen. Wie dit toch deed kon rekenen op zware boetes of zelfs een gevangenisstraf. De beerputten werden ‘s nachts geleegd door gespecialiseerde arbeiders. Bewoners waren verder ook verplicht om dagelijks de ruimte voor hun huis schoon te maken.
De 19e eeuw: een keerpunt
In de 19e eeuw kwam men voor nieuwe uitdagingen te staan door de industrialisatie, die leidde tot de bouw van vele fabrieken in en rond de steden. Dit zorgde voor een aanzienlijke toename van de hoeveelheid afval.
In 1870 verplichtte het stadsbestuur van Parijs elke burger ertoe een persoonlijke afvalcontainer aan te schaffen. Dit was het begin van afvalsortering: er was één container voor huishoudelijk afval, één voor glasafval, en een derde voor oester- en mosselschelpen. Aan het einde van de 19e eeuw werden ook de eerste recyclagecentra in leven geroepen. Deze sorteerden schroot, aardewerk en conservenblikken van het andere afval, waardoor enkel het organisch materiaal overbleef.
In de 20e eeuw ontstond een nieuw soort afval dat op grote schaal geproduceerd en geconsumeerd werd: plastic. Door overconsumptie in het Westen in de tweede helft van de twintigste eeuw nam de afvalproductie exponentieel toe. Professionele sortering en recycling, die tot in de jaren ‘70 van de vorige eeuw nog in de kinderschoenen stonden, maakten grote sprongen vooruit dankzij het groeiend collectief bewustzijn rond het afvalprobleem en de negatieve impact op het milieu. Geleidelijk aan raakten overheden en industrieën betrokken bij deze nieuwe en innovatieve methoden en verschenen de eerste wetten voor sortering en recycling. De eerste recyclebedrijven werden opgericht en ook deze sector ging op zijn beurt het tijdperk van de industrialisatie in.
Quiz
-
Nee, het is het proces van industrialisatie.
-
Dit antwoord is juist!
-
Nee, het is het proces van industrialisatie.
-
Nee, het juiste antwoord is de Noord-Pacifische Oceaan
-
Nee, het juiste antwoord is de Noord-Pacifische Oceaan
-
Nee, het juiste antwoord is de Noord-Pacifische Oceaan
Afval, een gevaar voor de planeet?
Door de enorme toename van de hoeveelheid afval komt onze planeet voor nieuwe uitdagingen te staan. Consumptie blijft toenemen en ondanks een groeiend bewustzijn worden er vaak toch nog te veel verpakkingen gebruikt en wordt de levensduur van producten en apparaten nog steeds verkort. De duizelingwekkende cijfers over de hoeveelheid afval laten zien dat we onmiddellijk moeten reageren en onze productiemethoden en consumptiegewoonten radicaal moeten veranderen.
Hoeveelheid afval per hoofd van de bevolking
De afvalkampioen
Het zijn niet de huishoudens die het meeste afval produceren. De industrie genereert 18 keer zoveel afval (12,7 kilogram afval per dag per hoofd van de bevolking). Het ongevaarlijk afval (schroot, papier en karton, glas, textiel, hout, plastic, enz.) kan worden hergebruikt, bijvoorbeeld als brandstof, ter vervanging van olie.
De industrie genereert ook een grote hoeveelheden gevaarlijk afval (asbesthoudende materialen, medisch afval, apparaten die PCB’s en PCT’s bevatten, enz.), dat bijzonder moeilijk te verwerken is. De landbouwsector is ook een belangrijke producent van afval, maar in deze sector wordt voornamelijk organisch afval geproduceerd dat apart wordt ingezameld en hergebruikt kan worden als meststof of veevoer.
Quiz
-
Onjuist.
-
Juist!
Zelfs de meest geïsoleerde zones van de planeet worden overspoeld door afval.
Zelfs de meest geïsoleerde gebieden en verlaten uithoeken van de wereld veranderen door de menselijke activiteiten langzaamaan in stortplaatsen. Een goed voorbeeld hiervan is het kleine onbewoonde eiland Herderson, gelegen tussen Chili en Nieuw-Zeeland op meer dan 5000 kilometer van een stad of fabriek. Het eiland heeft de hoogste dichtheid van plastic afval ter wereld (stortplaatsen niet meegerekend), plastic afval dat door de zee wordt meegevoerd.
De plastic plaag
Tussen 100 en 1000 jaar, dat is de levensduur van een plastic fles in de natuur. Terwijl plantenafval binnen enkele dagen of weken verdwijnt, duurt het tussen 100 en 1000 jaar om een plastic fles af te breken. Plastic is zeer schadelijk voor de flora en fauna. Dieren kunnen erin stikken wanneer ze het inslikken en microplastic deeltjes brengen blijvende schade toe aan oceanen en zeeorganismen. Volgens de Ellen MacArthur Foundation zal er in 2050 meer plastic dan vis in de oceanen zijn als er voor die tijd geen actie wordt ondernomen.
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Bodemverontreiniging is een bijzonder zorgwekkend probleem. Afval bevat giftige stoffen die de bodem vervuilen. Via bomen en planten kunnen ze via de voedselketen terechtkomen in de lichamen van dieren en mensen. Een gebrekkig afvalbeheer kan ook bijdragen aan de verspreiding van besmettelijke ziekten. Door bodemverontreiniging kan het grondwater dat als drinkwater wordt gebruikt worden aangetast. Watergedragen ziekteverwekkers kunnen worden meegevoerd door het water en zo bijdragen aan de verspreiding van ziektes.
Quiz
-
Juist. Giftige stoffen in de bodem kunnen worden opgenomen door planten, die daarna geconsumeerd worden door mens en dier. Op deze manier kunnen giftige stoffen uiteindelijk in het lichaam terechtkomen.
-
Onjuist. Giftige stoffen in de bodem kunnen worden opgenomen door planten, die daarna geconsumeerd worden door mens en dier. Op deze manier kunnen giftige stoffen uiteindelijk in het lichaam terechtkomen.
-
Onjuist. Giftige stoffen in de bodem kunnen worden opgenomen door planten, die daarna geconsumeerd worden door mens en dier. Op deze manier kunnen giftige stoffen uiteindelijk in het lichaam terechtkomen.
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Door het lozen van afval, zowel vloeibaar als vast, kan de chemische samenstelling van het water beïnvloed worden. Het afvalwater afkomstig uit onze spoelbakken, toiletten, vaatwassers en uit de landbouw, commerciële sector en industriële sector, bevat organische en chemische vervuilende stoffen. Meer dan 80% van het afvalwater in de wereld wordt direct in het milieu geloosd zonder het te behandelen of filteren. Daardoor belanden jaarlijks miljoenen tonnen microplastics, microvezels en chemicaliën in rivieren en oceanen.
Door de vervuiling van het water wordt het maritieme leven bedreigd. Ook wordt de kwaliteit van het voedsel aangetast, omdat sommige vissen zoals tonijn grote hoeveelheden giftige stoffen zoals kwik opslaan. Bovendien veranderen chemicaliën de pH van het water en verhogen zo de zuurtegraad. Door oceaanverzuring en de toename van bijtende stoffen wordt het leven in de zeeën aangetast. Zowel het proces van verkalking – van schelpen en koralen – als het voortplantingsproces worden vertraagd.
Quiz
-
Onjuist. Hoewel microplastics en een veranderende pH van de oceanen inderdaad een direct effect hebben op het verkalken van koraalriffen, zijn deze processen allebei het gevolg van het dumpen van afval uit de landbouw, commerciële en industriële sector in de oceanen. Dat kunnen we dus ook als grondoorzaak aanduiden.
-
Onjuist. Hoewel microplastics en een veranderende pH van de oceanen inderdaad een direct effect hebben op het verkalken van koraalriffen, zijn deze processen allebei het gevolg van het dumpen van afval uit de landbouw, commerciële en industriële sector in de oceanen. Dat kunnen we dus ook als grondoorzaak aanduiden.
-
Juist. Hoewel microplastics en een veranderende pH van de oceanen inderdaad een direct effect hebben op het verkalken van koraalriffen, zijn deze processen allebei het gevolg van het dumpen van afval uit de landbouw, commerciële en industriële sector in de oceanen. Dat kunnen we dus ook als grondoorzaak aanduiden.
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Ook de lucht wordt vervuild door het afval. Bij de verbranding van afval op stortplaatsen komen gassen en chemicaliën vrij die de ozonlaag rechtstreeks aantasten. Ook dioxine producerend afval is zeer schadelijk en vormt risico’s voor de gezondheid wanneer het zich verspreidt in de lucht die we inademen.
Bovendien veroorzaakt de verbranding van afval in verbrandingsinstallaties in steden een hoge uitstoot van CO² en andere vervuilende stoffen. De wereldwijde productie van nieuwe materialmen alleen al is verantwoordelijk voor ongeveer 400 miljoen ton aan broeikasgasemissies (BKG). Hoewel ze niet als afval worden beschouwd, zijn broeikasgasemissies een zeer schadelijk neveneffect van afvalverbranding.
Quiz
-
Dit antwoord is juist!
-
Nee, het is door de verbranding van afval.
-
Nee, het is door de verbranding van afval.
Afval niet alles op één hoop
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Elk voorwerp met een stekker, een elektrische kabel of een batterij wordt beschouwd als elektrisch en elektronisch afval (AEEA). Deze afvalsoort is de snelst groeiende ter wereld (alleen al in 2018 werd 50 miljoen ton elektronisch afval geproduceerd, 6 kilo per persoon). Europa en de Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor de productie van de helft van alle AEEA. Elektronisch afval is moeilijk te verwerken omdat het meestal bestaat uit veel niet-afbreekbare en giftige materialen en componenten.
Het verbranden van geplastificeerde voorwerpen om metalen te scheiden is ook gevaarlijk voor degenen die werken in de afvalverbranding. In 2016 produceerde België ongeveer 241 kiloton AEEA (dat is 21,2 kilogram per persoon). Slechts 49% van dit afval wordt op de juiste manier gerecycled. De landen die het meeste elektronisch afval per persoon produceren zijn Noorwegen (28,3 kilogram), Zwitserland (26,3 kilogram) en IJsland (25,9 kilogram).
Quiz
-
Nee, het is omdat AEEA veel giftige materialen en niet-afbreekbare componenten bevat
-
Dit antwoord is juist!
-
Nee, het is omdat AEEA veel giftige materialen en niet-afbreekbare componenten bevat
Van de 50 miljoen ton e-afval die jaarlijks wordt geproduceerd, wordt 40 miljoen ton op stortplaatsen gedumpt. Hiervan wordt de helft ook nog eens illegaal verhandeld omdat mobiele telefoons, televisies, enz. waardevolle materialen zoals brons of goud bevatten.
Ons elektronisch afval zorgt in Afrikaanse landen voor problemen. Een reportage van Nieuwsuur (2019)
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Momenteel zijn er wereldwijd 450 kerncentrales werkzaam die in alle fasen van hun productieproces gasvormige, vloeibare of vaste afvalstoff en produceren. Zelfs wanneer de centrales worden stilgelegd, blijven deze afval produceren. De ontmanteling van kerncentrales of kernwapens levert dan ook een hoop afval op. De ontmanteling van een enkele kernreactor duurt meestal ongeveer 20 jaar.
Kernafval heeft verschillende unieke kenmerken, en is zeer schadelijk voor de volksgezondheid. Met name voor het genetisch materiaal van de voortplantingscellen. Ook blijft dit soort afval bijzonder lang schadelijk.
© Michielverbeek
Het probleem van het nucleaire afval wordt alleen maar verergerd doordat sommige landen het afval in zee laten verdwijnen. Bovendien hebben zich reeds ongevallen voorgedaan met schepen en onderzeeërs die verbruikte splijtstof en vervoeren, met als gevolg dat het kernafval op de bodem van de zee terechtkomt en radioactieve vervuiling de oceanen aantast. Over een periode van 70 jaar, zijn er wereldwijd grote hoeveelheden kernaanval ontstaan door het gebruik van kernenergie. Door het gebrek aan verwerkingsinstallaties wordt er steeds meer afval geproduceerd, waardoor de hoeveelheid opgeslagen nucleair afval gestaag toeneemt.
Quiz
-
Onjuist. Het is de verbruikte splijtstof van kernreactoren is de meest problematische soort kernafval. Het heeft een zeer hoge radioactiviteit en moet tot een miljoen jaar lang veilig worden opgeslagen om een toestand van totaal radioactief verval te bereiken.
-
Juist! de verbruikte splijtstof van kernreactoren is de meest problematische soort kernafval. Het heeft een zeer hoge radioactiviteit en moet tot een miljoen jaar lang veilig worden opgeslagen om een toestand van totaal radioactief verval te bereiken.
-
Onjuist. Het is de verbruikte splijtstof van kernreactoren is de meest problematische soort kernafval. Het heeft een zeer hoge radioactiviteit en moet tot een miljoen jaar lang veilig worden opgeslagen om een toestand van totaal radioactief verval te bereiken.
De verbruikte splijtstof van kernreactoren is de meest problematische soort kernafval. Het heeft een zeer hoge radioactiviteit en moet tot een miljoen jaar lang veilig worden opgeslagen om een toestand van totaal radioactief verval te bereiken.
Bekijk hier de reportage in 360° van Jan Balliauw van Tsjernobyl 30 jaar na de ramp (VRT,2016).
Tekst: Daniela De Lorenzo/Bellona
Gevaarlijk chemisch afval is een vast, vloeibaar of gasvormig material met ten minste één van de volgende vier kenmerken: ontvlambaarheid, corrosiviteit, reactiviteit of toxiciteit. Voorbeelden hiervan zijn batterijen, bouwafval, aardgas, verbranding van fossiele brandstoffen, industrieel afval, pesticiden, onkruidverdelgers, meststoffen, medische voorzieningen, ruwe olie en afgewerkte olie.
Chemisch afval is een van de afvalsoorten die het moeilijkst te verwerken is. Dit komt omdat het in de natuur vaak niet met het oog te onderscheiden is en daarom een veel grotere bedreiging vormt dan andere vormen van afval.
Quiz
-
Dit antwoord is juist!
-
Onjuist.
-
Onjuist.
Afval doen verdwijnen, tegen welke prijs?
Hoe ver staan we met het recyclen van afval? Volgens een rapport van de Wereldbank wordt slechts 19% van het wereldwijd geproduceerde afval gerecycled of gecomposteerd. Nog alarmerender zijn de cijfers voor plastic, waarvan de productie sinds 2000 is verdubbeld en waarvan 91% niet wordt gerecycled. De Wereldbank verwacht dat de hoeveelheid afval wereldwijd zal toenemen van 2 miljard per jaar op dit moment tot maar liefst 3,4 miljard per jaar in 2050. Deze astronomische cijfers zijn moeilijk te bevatten en roepen vragen op over de toekomst van onze samenleving. Zelfs de academische wereld waarschuwt ons voortdurend voor de druk die onze afvalproductie uitoefent op het milieu.
Verschillende methodes voor afvalverwerking
Wat doen we met al dat afval? In de Europese Unie, waar in 2016 2.500 miljoen ton afval werd geproduceerd, wordt 47% van het afval vernietigd. Deze techniek, die ten zeerste wordt afgeraden, houdt in dat het afval wordt weggegooid zonder er iets van te hergebruiken. Dit wil zeggen dat het ofwel op een stortplaats terecht komt (39%), ofwel wordt verbrand zonder dat daarbij stroom wordt opgewekt (1%), ofwel wordt begraven of op een andere manier wordt weggewerkt (7%). Hoewel de modernisering van stortplaatsen het mogelijk maakt om biogas te winnen door de fermentatie van het gedumpte afval, blijft het storten van afval op vuilnisbelten uiteraard extreem schadelijk voor het milieu.
De overige 53% van het afval dat wereldwijd geproduceerd wordt, wordt op verschillende manieren hergebruikt. Dit cijfer is echter een wereldwijd gemiddelde en geeft daardoor niet de verschillen tussen de landen weer. De technologische processen die nodig zijn voor de terugwinning van energie en materiaal uit afval, zijn namelijk heel duur en zijn daarom enkel mogelijk in de rijkste landen. In de armste landen wordt 93% van het afval gewoon in de natuur gedumpt.
Grote verschillen binnen de Europese Unie
Er lijkt een zeker verband te zijn tussen de omvang van het land, het bevolkingsaantal en de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt. Hoewel sommige van de kleinere en dunbevolkte lidstaten vaak als goed voorbeeld worden aangehaald, ligt de afvalproductie hier ver boven het Europese gemiddelde van 5 ton/inwoner. Dit geldt onder andere voor Finland, waar de gemiddelde afvalproductie per inwoner in 2016 22,4 ton/inwoner bedroeg. Ook Denemarken, dat weliswaar het goede voorbeeld geeft door slechts minimale hoeveelheden afval op stortplaatsen te dumpen, doet het op vlak van afvalproductie zeer slecht en heeft op dit moment de hoogste afvalproductie per persoon in de EU.
Deze verschillen worden ook weerspiegeld in de methodes die gebruikt worden om afval te verwerken. Sommige landen (zoals België en Italië) hebben hoge recyclingpercentages, terwijl Griekenland, Spanje, Bulgarije en Roemenië nog steeds veel afval op vuilnisbelten storten.
Quiz
-
Onjuist. De technologische processen die nodig zijn voor de terugwinning van energie en materiaal uit afval, zijn erg duur en daarom alleen mogelijk in de rijkere landen.
-
Onjuist. De technologische processen die nodig zijn voor de terugwinning van energie en materiaal uit afval, zijn erg duur en daarom alleen mogelijk in de rijkere landen.
-
Juist. De technologische processen die nodig zijn voor de terugwinning van energie en materiaal uit afval, zijn erg duur en daarom alleen mogelijk in de rijkere landen.
Recycling
Vandaag de dag wordt ongeveer 40% van het te hergebruiken afval in Europa gerecycled. Recycling wordt voornamelijk toegepast bij plastic, glas, metaal, papier, hout en rubber. In sommige gevallen kan het afval zonder enige behandeling worden hergebruikt. In andere gevallen moet het afval eerst behandeld worden om de vervuilende componenten uit het materiaal te halen voordat het opnieuw kan worden gebruikt. Deze vervuilende stoffen worden beschouwd als “eindafval” en zijn sinds 2002 de enige soorten afval die mogen worden opgeslagen of begraven. Organisch afval wordt gecomposteerd waardoor een herbruikbaar product als meststof ontstaat (dit wordt ook wel “verwerking van biologisch afval” genoemd).
Opvulling
Deze methode wordt gebruikt voor zogenaamd “vast” afval dat niet verbrand of gecomposteerd kan worden. Dit type afval, dat bijvoorbeeld geproduceerd wordt in de bouwsector, kan worden gebruikt bij grondwerken en vulwerkzaamheden. Dit gebeurt met ongeveer 10% van het te hergebruiken afval dat in Europa geproduceerd wordt. Daarbij moet wel vermeld worden dat in een land als Frankrijk minder dan de helft (45%) van dit “vaste afval” (bijna twee derde van al het geproduceerde afval in de EU), een nieuwe bestemming krijgt.
Verbranding
Het spreekt voor zich dat men al eeuwenlang huishoudelijk afval verbrandt om zich te verwarmen. Het was echter pas in 1870 dat in Engeland voor de eerste keer op grote schaal afval werd verbrand, waarna deze praktijk zich geleidelijk aan verspreidde naar de rest van het continent. Honderd jaar later leidde de energiecrisis van de jaren zeventig ertoe dat de industrie zich genoodzaakt zag om op grote schaal afval te verbranden om energie op te wekken. Deze energiewinning gebeurt op twee manieren: ofwel door middel van een turbine die elektriciteit produceert (per ton afval kan hiermee ongeveer 700 kWh elektriciteit worden opgewekt), ofwel door de levering van warmtenetten (1500 kWh elektriciteit per ton afval). Na het verbrandingsproces houdt men zowel bodemas over (dat kan worden hergebruikt bij de productie van staal of aluminium), als giftige rook en as. Dit vervuilende eindafval wordt behandeld om het minder giftig te maken, waarna het vervolgens op een stortplaats wordt gestort.
Verbranding van afval, een hernieuwbare energiebron?
Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar de winning van energie uit afval wordt beschouwd als een belangrijke methode om hernieuwbare energie op te wekken. Op dit moment beschouwt de Europese regelgeving de helft van de energie die door een verbrandingsinstallatie wordt geproduceerd als ‘hernieuwbaar’. Volgens het Agentschap voor Milieu en Energiebeheer werd in Frankrijk in 2014 17.406 GWh elektriciteit opgewekt door de verbranding van afval, tegenover 63.000 GWh door waterkracht en 17.000 GWh door windenergie.
Quiz
-
Onjuist. In 2016 werd 55% van al het afval in de EU, uitgezonderd minerale afvalstoffen, gerecycled. 45% van het afval werd niet gerecycled.
-
Juist. In 2016 werd 55% van al het afval in de EU, uitgezonderd minerale afvalstoffen, gerecycled. 45% van het afval werd niet gerecycled.
-
Onjuist. In 2016 werd 55% van al het afval in de EU, uitgezonderd minerale afvalstoffen, gerecycled. 45% van het afval werd niet gerecycled.
-
Onjuist. Hoewel het verbranden van afval al eeuwenlang wordt toegepast om huishoudens te verwarmen, was het pas ten tijde van de industriële revolutie in Engeland dat op grote schaal afval werd verbrand.
-
Juist. Hoewel het verbranden van afval al eeuwenlang wordt toegepast om huishoudens te verwarmen, was het pas ten tijde van de industriële revolutie in Engeland dat op grote schaal afval werd verbrand.
-
Onjuist. Hoewel het verbranden van afval al eeuwenlang wordt toegepast om huishoudens te verwarmen, was het pas ten tijde van de industriële revolutie in Engeland dat op grote schaal afval werd verbrand.
Verbranding
Deze methode van afvalverwerking wordt in theorie alleen toegepast bij afval dat niet biologisch afbreekbaar is en niet kan worden gerecycled. Door verbranding kan het volume van het afval drastisch worden teruggebracht (tot wel 90%), maar de schade voor de volksgezondheid en het milieu is aanzienlijk.
Vergisting en vergassing
Bij vergisting wordt organisch materiaal omgezet in methaan en koolstofdioxide middels een anaeroob fermentatieproces. Het gasmengsel van methaan en koolstofdioxide wordt vervolgens gebruikt als biogas. Deze methode is een stuk minder vervuilend dan verbranding. Het restproduct dat overblijft na de biogasproductie (het digestaat), kan bovendien als meststof gebruikt worden. In tegenstelling tot vergisting is vergassing een thermochemische behandeling. Het heeft echter ook tot doel een gasmengsel te produceren dat kan worden gebruikt als brandstof voor energieproductie.
Recycling, een nieuw concept?
Hoewel het concept van recycling de afgelopen decennia steeds meer toegepast wordt als één van de belangrijkste onderdelen van het moderne afvalbeleid, is het geen nieuw fenomeen. De praktijk van het hergebruiken van afvalmaterialen voor nieuwe materialen en voorwerpen kan worden herleid tot 400 v.C., toen materialen zoals glas, brons en aardewerk werden gerecycled tot nieuwe voorwerpen zoals beelden, munten en wapens.
In pre-industriële tijden, toen nieuwe materialen zoals metalen en edelstenen schaars waren en moeilijk te verkrijgen, was het recyclen van afval een noodzakelijke praktijk. Tijdens de industrialisatie, toen de productiekosten daalden als gevolg van de ontwikkeling van nieuwe technologieën en toepassing van massaproductie, werd het economische voordeel van recycling echter kleiner, omdat het goedkoper werd om nieuwe producten te produceren en aan te schaffen. Dit betekende niet dat de praktijk van recycling niet langer werd toegepast. Recycling werd vooral aangemoedigd in tijden van economische crises en oorlog, toen overheden en huishoudens door financiële beperkingen en materiële tekorten gedwongen werden om materialen te hergebruiken en te recyclen. Tijdens beide Wereldoorlogen werden massacampagnes opgezet op huishoudens aan te sporen gebruikte materialen (met name metalen en stoffen) te doneren voor oorlogsdoeleinden.
Een oude methode in een nieuw jasje
Hoewel recycling dus zeker geen nieuwe praktijk is, veranderde het concept wel na de Tweede Wereldoorlog, toen het opnieuw werd ingevoerd in de context van de milieubeweging die ontstond in de jaren ‘70 van de vorige eeuw in de Verenigde Staten en West- Europa. Terwijl recycling vroeger werd gezien als een noodzaak, een praktijk die werd toegepast om het maximale uit schaarse en dure materialen te halen, werd recycling nu gezien als een oplossing voor het afvalprobleem. Recycling begon te worden toegepast als een methode om de grote hoeveelheden geproduceerd afval te verminderen en de vervuiling van steden en natuurgebieden te voorkomen. Tegenwoordig hebben veel landen wereldwijd recyclingprogramma’s ingevoerd voor verschillende soorten afval zoals plastic, papier en elektronica. De Europese Unie heeft bijvoorbeeld een reeks ambitieuze doelstellingen ingevoerd om het percentage gerecyclede materialen in alle lidstaten in de nabije toekomst te verhogen. Tegen 2030 moet 65% van het stedelijk afval en 75% van het verpakkingsafval worden gerecycled.
DE oplossing voor het afvalprobleem?
Hoewel recycling kan bijdragen aan de vermindering van de afvalproductie en het voorkomen van milieuvervuiling, is het concept ook bekritiseerd omdat het wordt gepresenteerd als een structurele oplossing voor het afvalprobleem. Zelfs als een groter deel van de geproduceerde producten en goederen recyclebaar wordt en als de inspanningen om afval te scheiden en te recyclen op individueel, lokaal en internationaal niveau worden opgevoerd, vormt recycling geen structurele oplossing voor de onderliggende oorzaak van het probleem: de massaproductie en -consumptie van materialen en producten met een korte levensduur. Door recycling op individueel niveau als oplossing aan te dragen, wordt het afvalprobleem bovendien geframed als een verantwoordelijkheid van de consumenten, en niet als een verantwoordelijkheid van de bedrijven of industrieën de producten en goederen op grote schaal produceren. Daarnaast heeft economisch onderzoek uitgewezen dat de mogelijkheid tot recycling kan leiden tot meer verspillend gedrag. Wanneer de optie tot recycling aanwezig is, heeft men het idee dat producten goed verwerkt worden en geen schade aanbrengen aan het milieu. Dit kan ervoor zorgen dat men meer producten koopt en weggooit dan wanneer de recycling optie niet aanwezig is.
Reductie en hergebruik: beter dan recycling
Om een structurele oplossing te vinden voor de bergen afval die wereldwijd worden geproduceerd, moet gekeken worden naar de onderliggende oorzaken: de massaproductie en -consumptie van plastic en producten met een korte levensduur. Om het wereldwijde afvalprobleem aan te pakken, zullen we onze consumptiecultuur moeten veranderen, zowel door industrieën aan te sporen producten te ontwerpen die langer meegaan, als door ons consumentengedrag aan te passen. Verantwoordelijke Consumptie en Productie is één van de 17 doelstellingen van de United Nations Sustainable Development Goals (UNSDG), een set van prioriteiten ondersteund door 162 landen wereldwijd. Dit doel benadrukt dat het belangrijk is om “meer te doen met minder”. Het is belangrijk om twee keer na te denken voor we een nieuw product kopen, zelfs als de prijs ons verleidt om meer te kopen.
Quiz
-
Nee, beiden zijn juist. Tijdens de oorlogen werden huishoudens en overheden door financiële en materiële tekorten gedwongen om meer te hergebruiken en recyclen. Massacampagnes werden opgezet om huishoudens aan te sporen gebruikte materialen te doneren.
-
Nee, beiden zijn juist. Tijdens de oorlogen werden huishoudens en overheden door financiële en materiële tekorten gedwongen om meer te hergebruiken en recyclen. Massacampagnes werden opgezet om huishoudens aan te sporen gebruikte materialen te doneren.
-
Nee, beiden zijn juist. Tijdens de oorlogen werden huishoudens en overheden door financiële en materiële tekorten gedwongen om meer te hergebruiken en recyclen. Massacampagnes werden opgezet om huishoudens aan te sporen gebruikte materialen te doneren.
-
Dit antwoord is juist! Tijdens de oorlogen werden huishoudens en overheden door financiële en materiële tekorten gedwongen om meer te hergebruiken en recyclen. Massacampagnes werden opgezet om huishoudens aan te sporen gebruikte materialen te doneren.
Afval, een business?
Het verminderen van afval is niet alleen belangrijk om de vervuiling van de steden en gebieden in onze omgeving te voorkomen: met het oog op globalisering zijn de gevolgen van overconsumptie niet alleen voelbaar op de plek waar het product wordt gekocht en weggegooid. Landen als de Verenigde Staten, Australië, het Verenigd Koninkrijk alsook de Europese Unie zijn voor hun afvalverwerking al vele jaren afhankelijk van andere landen. Binnen de EU wordt de helft van de plastics die voor recycling wordt ingezameld, geëxporteerd om in andere landen te worden verwerkt. Op deze manier kunnen de EU-lidstaten hun eigen nationale recyclingdoelstellingen halen. Tot voor kort werd een groot deel van dit plastic naar China geëxporteerd, tot in 2018, toen het land een verbod op de invoer van plastic afval invoerde. Andere landen die grote hoeveelheden westers afval hebben ontvangen zijn Indonesië, India, Maleisië, de Filippijnen en Bangladesh.
Vervuilen over de grenzen
Wanneer er men vanuit gaat dat de verwerking van recyclebaar afval in ontwikkelingslanden goedkoper is en dat de invoer van afval de economische activiteit en de lokale werkgelegenheid zou stimuleren, zouden zowel ontwikkelde landen als ontwikkelingslanden profiteren van de verscheping van afval. In de praktijk kregen de ontvangende landen echter niet alleen gesorteerd en recyclebaar afval dat voldoet aan de milieutechnische normen, maar ook grote hoeveelheden gemengd afval en verontreinigd plastic dat niet door de lokale industrie kan worden verwerkt. Een rapport van Greenpeace Italië toonde bijvoorbeeld aan dat slechts 20-30% van het plastic dat door Italië naar Maleisië werd geëxporteerd, recyclebaar was en dat bijna de helft van de kunststof en illegaal werd verwerkt. Omdat ze het afval niet konden verwerken, begonnen de fabrieken het plastic en afval te ‘schenken’ aan de lokale bevolking, die op haar beurt de stapels verbrandt om de waardevolle metalen eruit te halen, met giftige dampen en ernstige milieuverontreiniging tot gevolg. Bovendien hebben de ontvangende landen vaak niet de capaciteit om het afval te verwerken, aangezien ze zelf al met grote hoeveelheden onverwerkt afval zitten. In Indonesië bijvoorbeeld wordt ongeveer 65% van het binnenlands geproduceerde recyclebaar afval niet verwerkt.
Quiz
-
Nee, alle antwoorden zijn juist.
-
Nee, alle antwoorden zijn juist.
-
Nee, alle antwoorden zijn juist.
-
Ja, alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
Het belangrijkste argument voor het transport van afval is dat de arbeidskosten elders goedkoper zijn, waardoor het afval tegen lagere kosten kan worden gerecycled. Als al het recyclebare afval binnen de Europese Unie zou moeten worden verwerkt, zouden de proceskosten te hoog zijn om al het ingezamelde afval te kunnen verwerken. Bovendien, zo is de achterliggende gedachte, kunnen kunststof en en oud papier door bedrijven in ontwikkelingslanden worden hergebruikt om nieuwe producten te ontwikkelen. Op deze manier zou er meer werkgelegenheid gecreëerd kunnen worden. In Maleisië bijvoorbeeld, levert de verwerking van plastic afval naar schatting 755 miljoen euro op. In Indonesië vormt de grote hoeveelheid plastic (Indonesië is een van de landen dat meer plastic is gaan ontvangen toen China de invoer van plastic verbood) een belangrijke bron van inkomsten voor lokale inwoners. Men selecteert de waardevolle materialen om deze op de lokale markt te verkopen, of gebruikt deze als brandstof om ovens en fabrieken te laten draaien.
Stop het dumpen
Toen China in januari 2018 verklaarde dat het geen plastic afval meer wilde ontvangen, tenzij het 99,5% zuiver was, daalde de wereldwijde afvalexport in hetzelfde jaar met bijna de helft ten opzichte van dezelfde periode in 2016. Een deel van het plastic dat geëxporteerd werd, kwam echter bij andere landen terecht. In bijvoorbeeld Indonesië, Maleisië en Thailand nam de hoeveelheid geïmporteerd plastic juist toe. Omdat ze het zat waren grote hoeveelheden plastic en afval te ontvangen, besloten steeds meer nationale overheden het afval te weigeren of terug te sturen naar het land van herkomst. Maleisië bijvoorbeeld, stuurde in 2019 meer dan 3000 ton afval terug naar Europa, de VS en Canada. “De ontwikkelde landen moeten hun eigen afvalproblemen onder ogen zien en het niet langer in ontwikkelingslanden dumpen”, aldus Dhr. Yeo, de Maleisische minister van Energie en Milieu.
Bangladesh: verbod op plastic zakken
Elk jaar worden er wereldwijd naar schatting 500 miljard tot 1 biljoen plastic zakken geconsumeerd. Dit komt neer op meer dan een miljoen per minuut! Miljarden van deze plastic draagtassen komen in het zwerfvuil terecht, waarna ze rivieren en oceanen vervuilen. Daarom hebben overheden over de hele wereld actie ondernomen om de verkoop van plastic zakjes te verbieden. Bangladesh was het eerste land ter wereld met zo’n verbod: in 2002 vaardigde de Bengalese regering een totaalverbod op lichtgewicht plastic zakken uit. Al snel volgden andere landen hun voorbeeld en vanaf 2020 zijn er 74 landen met een verbod op lichtgewicht plastic zakken, waarvan bijna de helft in Afrika. De regelgeving verschilt sterk van land tot land, maar als het op strengheid aankomt, spant Kenia de kroon. Sinds 2017 riskeer je in Kenia een boete tot $40.000 en een celstraf van 4 jaar voor de productie, verkoop, import of zelfs het bezit van plastic zakken.
Kenia: Ecopost verandert plastic afval in hout
In 2009 richtte Lorna Rutto EcoPost op, een jonge Keniaanse onderneming die plastic afval recyclet. Elke maand brengt Rutto een bezoek aan verschillende stortplaatsen in Nairobi en koopt het plastic afval op, tot wel 30 000 tonnen gevuld met plastic. Dit plastic wordt vervolgens gesmolten en omgevormd tot namaakhout, waarmee omheiningen, verkeersborden en tuinmeubilair gemaakt worden. De plasticbron is onuitputtelijk: dagelijks genereert de Keniaanse hoofdstad 560 ton afval, waarvan een groot deel in de natuur terechtkomt. Van deze enorme afvalberg heeft EcoPost al 3000 ton plastic kunnen recyclen. In de volgende 10 jaar zal daar nog eens 20.900 ton bijkomen. Niet alleen is Lorna Rutto er met EcoPost in geslaagd deze enorme berg afval te verwerken, ondertussen heeft ze met haar duurzaam alternatief voor hout ook meer dan 250 hectare bos gespaard én daarbij ook meer dan 300 banen gecreëerd.
Brazilië: Carinheroes houden de stad schoon
Velen van ons denken bij de term ‘duurzame stad’ misschien eerder aan Kopenhagen, Stockholm of Vancouver, maar de Braziliaanse stad Curitiba hoort zeker ook in dit rijtje thuis. Curitiba, gelegen in het zuidoosten van het land en met een bevolkingsaantal van 1,8 miljoen inwoners, mag zich met trots de groene hoofdstad van Brazilië noemen. Naast een hyperefficiënt busnetwerk en een overvloed aan parken (52 m² per inwoner), is Curitiba ook kampioen in recyclen. De stad recyclet 70 % van haar afval tot herbruikbare energie of producten. Maar hoe doen ze dit? In 1989 voerde de stad het Green Exchange programma in, waardoor de inwoners afval kunnen inruilen voor bustickets, voedsel en cash. Deze opruimers worden de carinheiros genoemd, ofwel ‘zij die liefdevolle zorg geven’. Niet alleen zorgt dit programma ervoor dat de stad proper blijft, het voorziet ook de meer dan 10 000 carinheiros, die vaak in armoede leven, in hun dagelijkse behoeften. Verder moedigt de stad haar inwoners ook voortdurend aan om te sorteren en te recyclen, onder andere door middel van grappig uitziende vuilnisbakken die je eraan doen herinneren te sorteren en door sociale programma’s die de inwoners informeren over afvalbeheer. Dit alles heeft als resultaat dat 90 % van de inwoners van Curitiba zijn afval sorteert.
USA/China: meelwormen eten plastic
De plastic afvalberg brengt wereldwijd ernstige schade toe aan de natuur. Wetenschappers hebben daar nu misschien iets op gevonden. Een groep van Chinese en Amerikaanse wetenschappers ontdekten namelijk dat meelwormen in staat zijn om plastic te verteren. Deze kleine keverlarven, 1 tot 5 cm lang, kunnen overleven op een dieet van uitsluitend piepschuim en andere soorten plastic en blijven daarbij even gezond als soortgenoten die een normaal dieet volgen. Bacteriën in de ingewanden van de meelworm zetten het plastic om in organisch, biologisch afbreekbaar materiaal. Uit de tests blijkt bovendien dat de uitwerpselen vervolgens veilig gebruikt kunnen worden als meststof voor de landbouw. De wetenschappers willen nu verder onderzoeken welke bacteriën in de ingewanden van de meelwormen precies verantwoordelijk zijn voor de omzetting van plastic naar organisch materiaal. Op die manier kunnen hopelijk nieuwe manieren gevonden worden om plastic af te breken of om bio-afbreekbaar plastic te produceren.
Zwitserland: takelwagen in de ruimte
De vervuiling veroorzaakt door de mens beperkt zich niet enkel tot de aarde, maar strekt zich uit tot in de ruimte. Op dit moment zweven er meer dan 500 000 brokstukken, waaronder zo’n 2000 werkende en 3000 defecte satellieten, in een baan rond de aarde. Dit aantal zal in de komende jaren alleen maar toenemen. Om iedereen op aarde van internet te kunnen voorzien, zullen er namelijk honderden tot duizenden extra satellieten, ter grootte van een tafel, de ruimte in worden geschoten. Brokstukken, afkomstig van satellieten die niet langer in werking zijn, vormen een groot risico voor dit project. Zo vinden er af en toe botsingen plaats tussen ruimtepuin en satellieten, met als resultaat: nog meer ruimteafval. Het Zwitserse bedrijf ClearSpace heeft daar nu iets op gevonden. In opdracht van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA startte ClearSpace in maart 2020 met de ontwikkeling van een ruimtetakelwagen. Deze takelwagen, ClearSpace-1 genaamd, zal vanaf 2025 kapotte satellieten en ander ruimteafval veilig verwijderen uit hun baan om de aarde. De takelwagen zal het ruimtepuin vangen met behulp van vier robotarmen, waarna het zijn baan zal verlaten om op te branden in de atmosfeer.
Brussel: Collectmet gaat de strijd aan tegen voedselverspilling en Purifungi eet sigarettenpeuken
Ook in ons eigenste Brussel bestaan er verschillende initiatieven om de afvalberg tegen te gaan. Een daarvan is CollectMet, een groep vrijwilligers die zich inzet tegen voedselverspilling op de markt van Abattoir in Anderlecht. Deze markt lokt wekelijks honderden marktkramers en tienduizenden bezoekers. Niet al het voedsel geraakt echter verkocht en, hoewel de marktkramers aan het eind van de dag hun prijzen laten zakken om hun overschot kwijt te raken, belandt een groot deel van de producten op de afvalberg. CollectMet bracht daar in 2015 verandering in. Elke zondag gaat een groep vrijwilligers naar de markt van Abattoir om de onverkochte groenten en fruit, die nog perfect eetbaar zijn, te verzamelen. Het voedsel wordt opgeslagen in een grote koelruimte, waar het wordt gesorteerd zodat het opnieuw verdeeld kan worden. Op maandag worden de gezonde voedselpakketten dan uitgedeeld aan mensen uit de buurt die het nodig hebben. CollectMet helpt zo de afvalberg te verkleinen en vecht tegelijkertijd voor het recht op gezonde voeding voor iedereen. De marktkramers zelf zijn ook enthousiast. Hun overschotten gaan naar een goed doel en ze hebben minder opruimwerk.
Sigarettenpeuken vormen een ramp voor het milieu. Deze jonge vrouw uit Brussel heeft een systeem ontwikkeld om sigarettenpeuken in drie weken tot twee maanden af te kunnen breken (ter vergelijking: in de natuur duurt dit 20 tot 30 jaar). Ze heeft “sigarettenpeuk-etende” asbakken uitgevonden die sigarettenpeuken afbreken dankzij de werking van het mycelium van de schimmel. Het mycelium is een netwerk van draden dat onder de schimmel groeit.
Quiz
-
Nee, het is door plasticafval te verzamelen en te smelten en het zo om te vormen tot namaakhout met meerdere nuttige toepassingen. Hiermee worden tegelijkertijd ook de bossen gespaard.
-
Dit antwoord is juist!
-
Nee, het is door plasticafval te verzamelen en te smelten en het zo om te vormen tot namaakhout met meerdere nuttige toepassingen. Hiermee worden tegelijkertijd ook de bossen gespaard.
-
Beiden antwoorden zijn juist.
-
Beiden antwoorden zijn juist.
-
Inderdaad, beiden antwoorden zijn juist!
-
Nee, het juiste antwoord is meelwormen.
-
Juist.
-
Nee, het juiste antwoord is meelwormen.
-
Nee, het grootste probleem is het gebrek aan voedseloverschotten, waardoor CollectMet zelf voedsel moet kopen om voedselpakketten uit te kunnen delen.
-
Dit antwoord is juist!
-
Nee, het grootste probleem is het gebrek aan voedseloverschotten, waardoor CollectMet zelf voedsel moet kopen om voedselpakketten uit te kunnen delen.